Collectiemanagement
2025-2026
In deze minor staan de werkzaamheden van drie functies centraal: de registrar, de behoudsmedewerker (of depotmedewerker) en de collectiemanager. Deze professionals spelen een belangrijke rol bij het beheren en behouden van kunst en erfgoedcollecties. Het spreekt voor zichzelf dat het takenpakket in elk museum anders geregeld is.
De registrar is verantwoordelijk voor het organiseren van kunsttransporten, het veilig verpakken van objecten en het opstellen van conditierapporten. Deze persoon coördineert de logistiek van bruiklenen en tentoonstellingen en zorgt ervoor dat transport en opstelling aan alle veiligheids- en beheereisen voldoen. Daarnaast maakt de registrar afspraken over logistiek, beveiliging en tentoonstellingsinrichting.
De behoudsmedewerker voert taken uit die gericht zijn op het fysieke beheer van de collectie. Deze persoon maakt inschattingen over wat nodig is om de collectie veilig op te slaan in het depot en goed te beheren. De behoudsmedewerker brengt in kaart welke zorg een object of collectie nodig heeft, bijvoorbeeld hoe vaak onderhoud moet worden uitgevoerd en hoe je plaagdieren kan beheersen. Daarnaast hanteert en transporteert de behoudsmedewerker objecten binnen het museum en het registreert de standplaatsen. Tenslotte vervaardigt de behoudsmedewerker tentoonstelling- of depotsteunen en eenvoudige verpakkingen in het depot.
De collectiemanager richt zich op het duurzaam beheersen van risicofactoren zoals klimaat, licht en insecten. Deze persoon onderzoekt hoe de beschermende werking van een gebouw kan worden verbeterd (bouwfysica) en werkt samen met externe specialisten, zoals restauratoren. Ook zal collectiemanager samen met de conservator de erfgoedwaarde van de collectie vaststellen. Daarnaast draagt de collectiemanager de eindverantwoordelijkheid voor de toegankelijkheid en registratie van de collectie en van de afdeling. De collectiemanager is meestal een seniorfunctie.




Registrar bruiklenen en verpakken
5 EC
Als registrar ben je de spil bij nationale en internationale bruiklenen en tentoonstellingen. Je zorgt ervoor dat objecten en bijbehorende informatie, zoals faciliteiten- en conditierapporten, zorgvuldig worden behandeld en op de juiste plek terechtkomen. Dit vereist goede sociale vaardigheden voor samenwerking met erfgoedinstellingen, transporteurs en douane. In deze module leer je hoe je deze processen effectief aanstuurt. Veel afgestudeerde Reinwarders werken als registrar en zijn verantwoordelijk voor aanvragen, transport, verpakking en rapportage. Deze onderwerpen worden uitgebreid behandeld in de lessen
Wat ga je doen: Je schrijft een bruikleenadvies voor het registrar office van de RCE. Met je groep onderzoek je hoe je vijf of zes objecten kan opstellen in een zelf gekozen, niet museale ruimte. Het advies is een analyse van de uitgekozen objecten en tentoonstellingsruimte met een concreet voorstel, zodat het registrar office weet of en hoe het bruikleen kan doorgaan. Onderdeel van je bruikleenadvies zijn een objectanalyse, faciliteitenrapport, beveiligingsadvies, conditierapporten en een verpakkingsadvies.
Risicoanalyse, depotbeheer en zorg voor collecties in historisch huis
5 EC
In deze module staan we stil bij de praktische en ethische overwegingen bij het conserveren en de dagelijkse zorg van objecten en hoe je mogelijke risico’s kan beheersen. We besteden aandacht aan materialenkennis en het monitoren en onderhouden van collecties, zowel specifiek per materiaal als ensembles in een ruimte. We onderzoeken waar de grens ligt tussen preventieve- en actieve conservering. Dit doen we aan de hand van een groepsopdracht waarin je een housekeepingsplan maakt voor de collectie en gebouw. Daarnaast onderzoek je ook hoe de reservecollecties in het depot zijn opgeslagen en geregistreerd. Daarnaast gaan we in op welke schadelijke insecten er aanwezig zijn en behandelen we het gebruik van een ruimte, zoals recepties. Tenslotte benoem je een vijftal Quick-Wins voor de verbetering van het collectiebeheer.
Wat ga je doen: je maakt een risicoanalyse van een historisch huis en een housekeepingsplan voor de collectie met de nadruk op IPM en het monitoren van verval van objecten. Daarnaast formuleer je aanbevelingen voor de registratie en het depot (als dat er is). Je maakt een plan voor de registreren van de collectie en een plan voor het uithuizen van de huidige collectie voor een verbouwing of calamiteit.
Omgevingsinvloeden en het museumgebouw als schil
5 EC
De locatie en de kwaliteit van de gebouwschil van een erfgoedinstelling bepaalt in hoeverre omgevingsinvloeden beheerst kunnen worden en de collectie tegen deze invloeden kan worden beschermd. Musea die laag in een dal gelegen zijn, hebben risico op overstromingen; dunne enkel-steens muren veroorzaken een instabiele temperatuur en relatieve luchtvochtigheid en ruimtes met grote ramen op het zuiden warmen snel op. Collectiebeheerders en bruikleengevers kunnen objecten pas opstellen wanneer aan acceptabele waardes voldaan kan worden. In de lessen wordt voornamelijk ingegaan op de verschillende schadefactoren die zorgen voor het verval van objecten, zoals lichttoetreding, luchtverontreiniging, incorrecte temperatuur en relatieve luchtvochtigheid en hoe deze beheerst kunnen worden. Dit wordt gedaan door de locaties en objecten uit module 1 en 2 te analyseren.
Wat ga je doen: je brengt de ontbrekende onderdelen van het faciliteitenrapport uit module 1 in kaart (facility rapport) en schrijf een advies hoe de omgevingsinvloeden geoptimaliseerd kunnen worden. Je bepaalt hoe je de selectie van de objecten uit module 2 in de ruimte van module 1 kan plaatsen (klimaat, licht, luchtkwaliteit en gevoeligheid collectie). Welke vitrines, steunen en andere randvoorwaarden zijn nodig om dit verantwoord te doen?